Sunday, 17 June 2012

bedoelen

Iets doen. Zuipen tot je erbij neervalt of XTC totdat je sterren ziet (of denkt dat je een ster bent, dat is ook een optie). Naar het toneel, een tentoonstelling, even een halve marathon lopen want je bent toch vrij. Of toch even langs je ouders? Nee, studeren, nu heb je er tijd voor! O wacht, je hebt gezegd dat je een dag extra zou werken omdat je niet naar college hoeft. Je zusje heeft trouwens ook gebeld om te vragen of je iets wilt afspreken want dat zeg je al drie weken en je hebt nu toch vrij?

Vrije tijd is een raar concept. Een van de oude, Griekse versies van het woord is "scholè": oftewel aan de studie en Homerus vertalen. Dat doe je namelijk als je tijd over hebt. (Hallo, ben je daar nog, lezer?) Nu gaan mensen geen Homerus meer vertalen maar op yoga of mindfulness of eh... een cursus emoties boetseren en als je toch bezig bent, kun je ook wel even gaan kickboksen want die conditie is dus echt he-le-maal niks meer, en zeg nou zelf, wanneer neem je daar de tijd voor, nou?


Dus dat bedoelen ze met weekend.

Thursday, 14 June 2012

bederven

'Bederven, bederver, bederfst' lijkt het motto te zijn van de World Press Photo 2012 te zijn. In mijn herinnering is dit altijd zo geweest: naar de Oude of Nieuwe kerk ga je in juni niet om vermaakt of vrolijk te worden. Nee, je voelt je schuldig. Jij kan daar lopen in je te korte zomerjurk of slechtzittende korte broek met toeristensandalen. In Afghanistan en Jemen trouwen op dit moment meisjes van dertien met bebaarde mannen van in de veertig, in Mexico wordt iemand overhoop geschoten omdat hij niet genoeg cocaïne heeft verhandeld, in Oekraïne zit een prostituee met duizend spataderen en haar been in een zwachtel in haar klantenpauze vieze shag te roken.
                2012 rampenjaar? Volgens mij is het altijd rampen-, dood-en-verderf-, lijkenbederfjaar, als je buiten Fort Europa reist. Tenminste, dat dacht ik. Wellicht ben ik zelf een zwartgallige lijkenpikker: mijn gezelschap was het hier níét mee eens. “Vroeger”, zei hij, “was het hier nog gewoon leuk! Met mooie portretten enzo!” Een beetje onthutst begaven we ons na drie kwartier over de graven van de Oude Kerk, tussen de sandaaltoeristen te hebben geslenterd, naar de uitgang. Er stond wel een heel rare opmerking in het gastenboek: “2012: rampenjaar! Laten we er samen voor zorgen dat ik volgend jaar vrolijk hier weer weg kan!” En daarachter dan een heel obsceen hartje. Bah. Sommige mensen hebben ook nergens respect voor. 

Tip van de fotograaf: zet nooit 's nachts, op een perzisch tapijt, een berg kranten in de fik. Dat is vragen om problemen.

Wednesday, 13 June 2012

bedelaar - beggar

De regering schijnt ons geld afhandig te maken. Ja, ja, ik wist het ook niet, maar het schijnt een publiek geheim te zijn. Ik werd er op geattendeerd door een oplettende Telegraaf-lezer van een tijd geleden. Ja: hun pakken ons geld af! Belasting is diefstal!!!
   Ik weet het niet. Wat is diefstal? Laatst hoorde ik op de televisie dat bankdirecteur X zichzelf een bonus van 50.000 euro had uitgekeerd. Mijn gezelschap en ik konden er slechts een beetje om gniffelen. Een beetje voetballer verdient meer, veel meer, en die doet pas echt iets voor het vaderland, kijk maar! In Oekraïne krijg je daar een hotel met dakterras voor. En een tribune vol fluitende en Facebook volscheldende Nederlanders. Nee, de wedstrijden gaan niet zo goed, waarom scoren die jongens niet! Voor ónze belastingcenten! Weg met die hap! Waarom doen we nog mee met die zooi als we toch nooit winnen? Is het niet The Former Yugoslav Republic of Macedonia is het wel een ander oostblokland, net zoals met het Eurovisie Songfestival is het allemaal doorgestoken kaart. Laat ze maar hun geld zelluf regelen, met een petje op straat gaan zitten ofzo, maar van mij hoeft het allemaal niet!

Tuesday, 12 June 2012

Bedeesd - timid

De fotograaf wil dat we een mening hebben over het EK. (Europees Kampioenschap, Voetbal. Ik ben tegen afkortingen.) Dat zit zo: we hebben allebei stiekem al heel erg een mening over het EK, namelijk: het is tenenkrommend vervelend belachelijk en o ja, waarom moet iedereen in een aap veranderen terwijl hij/zij de wedstrijd van zijn/haar land kijkt? De mens schijnt meer dan 98% van zijn genen te delen met de chimpansee, dat weet ik wel. Soms vraag ik me af of het niet stiekem 100% is en die genoom-onderzoekers niet gewoon twee procent eraf hebben gehaald omdat ja, zeggen dat de mens gelijk is aan de chimpansee toch een beetje ver gaat.
   Goed, nu door naar De Mening: echt hoor: brullen, schreeuwen, gillen, janken, kotsen. Voetbalkerels van achtentwintig die jankend over de grond kruipen want: "WE HEBBEN VERLOREN!" We? We? Wat nou we. Wat zegt het over je als je je gerepresenteerd voelt door een twintigjarige snotneus die in een vijfsterren hotel met jacuzzi mag overnachten omdat-ie... ik schaam me er bijna voor... goed in sport is? Daar word je toch volkomen verknipt van? In een van de bijlagen van de Trouw van dit weekend mochten een paar moeders vertellen hoe warm en lief hun zoontjes wel niet waren en o ja, wat hadden ze toch allebei een fijne vrouw gevonden "toegewijd en ook gek op voetbal". Hallo? Dat een paar kerels goed tegen een bal kunnen trappen betekent níét, ik herhaal níét, dat de Messias is teruggekeed, lieve mensen!
  Zo, en nu allemaal terug in je hok. Niet brullen vannacht, alstublieft.

Saturday, 9 June 2012

bedanken - to thank, to resign

Wanneer bedank je iemand? Het schijnt wel een ding te zijn: bij elke sigarenboer en zelfs bij de kassa van de Gall&Gall liggen bergen kaartjes met een reden (of excuus) om iemand met een vreselijke Hallmark-kaart of fles hoofdpijnprosecco te verrassen. Dan staat er al tekst in, hoef je zelf ook niet meer in te vullen waarom je iemand de vreselijkste hoofdpijn toewenst of een roze kaart voor op de schoorsteenmantel geeft: “Voor De Liefste Vader” (o jee, het is inderdaad al bijna Vaderdag!), “Gefeliciteerd Met Je Rijbewijs” en “Hoera Jullie Gaan Samenwonen”. Maar wat te denken van de kaart “Zomaar”? Zomaar, dat klinkt net alsof ik, na per ongeluk in de slijterij verzeild te zijn geraakt (ik houd niet zo van alcohol) helemaal per ongeluk een fles prosecco van een willekeurig schap heb gepakt, waarna ik gedwongen werd om af te rekenen en diezelfde fles, nadat ik met een revolver tegen mijn slaap mijn pincode had ingetoetst en betaald, heb laten bezorgen bij het adres van die-en-die. Maar pas op: helemaal zonder reden! Nee! Ik heb niets met dat cadeau te maken!
            
Zomaar betekent: dank je wel, voor wat dan ook. De gever krijgt het alleen niet uit zijn strot.

Friday, 8 June 2012

bedacht


Fijn aan wolken: ze maken zich nergens zorgen om, of in ieder geval zie je dat niet aan ze. Misschien heeft het iets met de vorm te maken - op een mooie dag lijken wolken heel erg op slagroom, en de universele wet van deze wereld is immers slagroom = zorgeloosheid, dus vandaar. Of met dat er in iedere Franse, pittoreske film wel een scène is waarin de hoofdpersoon dromerig in een grasveld ligt, kijkend naar de wolken die op hun beurt zeggen dat alles wel goed komt, precies zoals wolken moeten doen. 
Ik bedenk liever iets dan dat ik het steel. Zoals de vormen van de wolken: dan hoef ik tenminste niet eerst aan iemand te vragen hoe hij denkt dat ze eruit zien, maar kan ik dat zelf doen. Ik heb dan ook niet zo vaak pittoreske gedachten: dat laat ik liever aan de films over. 

Thursday, 7 June 2012

Bedaard - composed


De eindexamens zijn voorbij en iedereen is gelukkig. Of het lijkt in ieder geval zo: een gevoel van rust, goed bezig want je hebt iets aan te toekomst gedaan! (JA! ZIN AN! Dat je alleen dan weer vier jaar precies hetzelfde mag doen, in een klaslokaaltje zitten in een gebouw dat nu “universiteit” heet – tja.) Eerst maar even naar Lloret en het gewoon even leuk hebben. Net zoals iedereen. Het leuk hebben en gelukkig zijn is onderhand een recht geworden (of een plicht, ik weet het verschil niet echt meer) en slagen voor eindexamen VWO vast ook.
(Mijn Montessori-school had als lijfspreuk: “Leer mij het zelf te doen”, met één kleine verandering wordt dat “Leer mij hetzelfde te doen”.)
            Maar nu is het tijd voor Lloret en koude Martini, die opvoeding komt later wel. 

Wednesday, 6 June 2012

Bed


Je kunt er met het verkeerde been uitstappen. Je kunt er wakker worden zonder te weten wie je bent en waarom in godsnaam ligt er dan een harige aap naast je? Je kunt je niet herinneren dat je die gisteren ontmoet hebt, laat staan waarom je hoofd de belachelijke beslissing heeft genomen om dit gedrocht in je stulpje te laten overnachten. (Het verschil in schoonheid van mensen in dag- en nachtlicht is absurd groot!) Soms is het te groot, soms is het te klein, dan weer te warm of te koud. En vaak kraakt het ook nog als je je omdraait. Jeetje. Wat een gedoe eigenlijk, een bed. Waarom zou je er eigenlijk in godsnaam aan beginnen?

Tuesday, 5 June 2012

Beboeten


Denk jij hierbij aan een bekeuring? Wellicht. Ik rijd geen auto, dus dat is voor mij een brug te ver. Ik heb wel ontdekt dat ik stiekem een vrij agressief mens ben. In mijn hoofd werkt het dus zo: beboeten = boete = straf = wraak = heel veel wodka en iets met bloed en vlindermessen.
            “Oog om oog, tand om tand” komt uit het oude testament; die oude baas daarboven had het al begrepen (voor de freaks; Deuteronomium 19:21 en als je dan toch bezig bent, leg er dan meteen Matteüs 5:38-41 naast).
Wel jammer alleen dat hij er verder niets aan gedaan heeft. (Zie de vlindermessen en iets met bloed hierboven.) Of is wraak een natuurlijke emotie? Volgens mij zegt het wel wat over een mens: hoe zou je het liefst wraak nemen? Op wie? Wat gebeurt er dan? En, misschien wel de belangrijkste vraag: waarom?
            Het principe van “oog om oog, tand om tand” is in simpeler bewoordingen: Ja maar, hij/zij deed het ook, en dan erger! Grappig ook dat dit alleen voor nare dingen geldt: Hij houdt van me dus ik ook van hem gaat geloof ik niet op. Toch jammer. Soms. Tot die tijd: pas op, wraak is ook zoet.

Monday, 4 June 2012

beantwoorden - to answer

Situatieschets: twee mannen in trainingspakken en afgetrapte gympen op het Amstelplein, veel gel in het haar, de ogen groot en ietwat wazig van de cocaïne. Eén van de twee heeft een telefoon aan zijn oor gekleefd: "JA! IK WEET WEL DAT JIJ OP AMSTEL BENT! MAAR! DAN BEN JE TOCH NIET IN ZUIDOOST! EN ALS HET DAN ZO MOEILIJK IS, GODVERDOMDE KANKER ALLEMAAL!" Naar huis fietsen: altijd leuk. de rest verstond ik niet, vanwege de wind en mijn wens om zo snel mogelijk uit de buurt te zijn van deze kerels. 
   Het is vreemd: meestal gaan mensen schreeuwen omdat ze zich van willen verzekeren dat iemand écht hoort wat ze te melden hebben. Als ik iets schreeuw, kan niemand ontkennen dat ik net iets zei, net zoals de cokesnuivers op het Amstelplein wel gehoord móéten worden. Minpunt van deze strategie is, dat wat je zegt minder serieus wordt genomen. "Ja, maar toen was je toch boos?" (Potentieel antwoord hierop: "Ik? Boos? Hoe kom je daar nou bij?! DAT ZEG JE NOU ALTIJD!" waarna alles weer opnieuw begint). Les van de dag: als je wilt dat iemand antwoord geeft, kun je beter niet heel gemeen zijn. ("IK BEN NIET GEMEEN! IK ZEG GEWOON WAAR HET OP STAAT!")
  Ja! Maar dan weet je weer niet of er iemand luistert!

Thursday, 31 May 2012

beambte

De ambtenaar, dat is iemand die in Waddinxveen woont, of liever nog in Swifterband of Hendrik Ido Ambacht. Hij heeft een slecht huwelijk, al jaren, en zijn vrouw gaat vreemd met de enige tennisleraar die het dorp rijk is (hij heeft wel heel mooie blauwe ogen, dus of je het haar echt kwalijk kunt nemen…?) Zijn kinderen vinden hem zielig en ze falen op school, de jongste doet vmbo-k maar is alleen maar de hele dag aan het blowen. De oudste gaat op wereldreis met een gitaar omdat hij denkt dat de wereld daar beter van wordt.
            De ambtenaar zet zijn wekker elke dag om zeven uur. Ook in het weekend, want dan gaat hij vissen. Hij houdt niet van de bioscoop. Zijn lievelingskostje is nasi speciaal en in een wilde bui wil hij nog wel eens foe jong hai bestellen. Hij kijkt graag naar voetbal en The Voice of Holland.
             
Wat? Ik? Ik zit ook acht uur per dag achter een computer en ik werk voor een helpdesk en ik typ in Word – weliswaar geen jaarverslagen, maar essays over liefde enzo, maar ik… Nee, maar ... he, bah. ga je dit nu echt doen? Mijn leven is dus echt wel interessanter dan dat van zo'n bijstandsformulierenstempelaar... Echt waar, ik. Ik leer dingen, ik... Ik maak dingen mee? Ik bedoel, het is nu zes uur 's ochtends en vannacht heb ik... Wat heb ik...? tja... Ja jezus! Dat weet ik ook niet meer precies, maar het gaat er dus om dat mijn leven wel belangrijk is okee?

Wednesday, 30 May 2012

bazuin - trumpet, trombone.


Ik ben vandaag niet in een stemming om te loftrompet af te steken, hoor. “Hijs de vlag en wimpel! Wapper de vaandels!” Tja. (Nee, vandaag alweer niet.) Vanochtend werd ik bijna van mijn sokken gereden door een Koninklijke escorte, zomaar, bij de Universiteitsbibliotheek. (Ik weet nog dat ik dacht: wat weinig beveiliging.) Het waren maar vier auto’s, de voorste met een gek vlaggetje, een rouwstoet of een diplomaat zeker, maar toen zag ik het kenteken: AA-26 en daar stapte plots Máxima uit. En uit de andere AA-auto een man die ik niet herkende. Waarom AA eigenlijk? Google weet het ook niet.
            Het koninklijk huis, dat is toch iets waarvoor men de vlag uithangt? Misschien een reden om de trompet erbij te pakken. Of het mooie weer. Of. Nou ja. Waarom ook niet een prinses? De arme vrouw had voordat ze in Nederland kwam wonen geloof ik een leuk leven.

- L

Tuesday, 29 May 2012

batterij - battery

Een beetje navraag in de omgeving leert: ik drink vaak en veel. Net zoals de fotograaf van deze blog, overigens. Ook leuk: we vinden allebei dat het heel erg meevalt. Of in ieder geval: best wel meevalt (toch?).
   Is het erg? Misschien soms. Drank heeft natuurlijk de nare bijkomstigheid dat het situaties heel erg uit de hand kan doen lopen terwijl je dat niet wilde. Dat wist je al lang van tevoren: meestal aan het begin van de avond, begin van de middag of begin van de ochtend zelfs. Maar: dat besef drukt op je, maakt je zenuwachtig, glas twee wordt glas drie en vier en daarna houden we maar op met tellen, want: "Morgen moet ik nog dingen doen". En omdat ik niet wil dat dingen uit de hand lopen, loopt het dus uit de hand.
   Er bestaat ook zoiets als situatie b: gewoon kalm aan met een rosé op een terras. De rosé is dan bijzaak en er is geen sprake van situaties die pas echt situaties worden na... Nou ja. 
   Er bestaat ook al geen cliché over mensen die veel drinken zoals dat wel het geval is voor dikke mensen, die zouden immers gezellig zijn (ik wil heel graag weten welke spindoctor dit bedacht heeft: het werkt fantastisch en het is níét waar). Volgens mij zijn mensen die drinken echt ontzettend creatief. Of hebben ze neigingen tot escapisme. Dat wijst beiden op een hoog IQ!
- L

Monday, 28 May 2012

Bastaard - bastard

Maar is bijzonder zijn dan zo belangrijk eigenlijk?

DE PREI

Niet bijzonder smakelijk en ook niet erg gewild
Je slaat er inderdaad niet zomaar van op tilt

En toch, zo heerlijk gewoon en betrouwbaar
Een prei is gewoon en prei en waarom ook niet?
Ik word zo moe van al dat rare, bijzondere, unieke, echt en authentieke, weet je? Je koopt nu doorgaans überhaupt geen dingen meer, maar een "experience" - The Heineken, Ajax, Jameson, Bols, Andrelon, Knorrwereldmaaltijd Experience: je hebt ze allemaal. Een experience? Je zou denken dat, wanneer dat echt iets te betekenen had, je wel het Nederlandse woord ervoor zou durven gebruiken. Maar: "Ik koop een ervaring", nee, dat werkt natuurlijk niet echt. "Waar kom jij nou mee thuis vanavond? Wat? Een ervaring. O. Jammer. En wat moet je nou met een ervaring? Ik was vandaag in de supermarkt, da's ook een ervaring.  Maar ja, dat is natuurlijk weer zelden een living-on-the-edge experience te noemen, de supermarkt, tenzij je er de liefde van je leven ontmoet? Maar dat kan ik me slecht voorstellen. En trouwens, waarom moet alles zo to-the-max zijn om een belangrijke ervaring te zijn tegenwoordig? Soms wil een mens gewoon een prei. Zo.

Sunday, 29 April 2012

Bas

Het is eind april en het waait en regent als in november. Het is, kortom, echt bouwputtenweer: geval van Het Kan Altijd Nog Erger. En wat is er nu heerlijker dan in gepeins verzonken naar de loeiende wind te luisteren, die als een immer dreunende bas op de achtergrond aanwezig is? Even lekker helemaal weg. In strijd met de elementen enzo. Laat-maar-waaien.

Wednesday, 25 April 2012

Barst

Als je klein bent, is de liefde simpel. Je neemt gewoon verkering met het jongetje (meisje) dat je zijn of haar mooiste knikker wilt geven. Zo ging het bij mij in ieder geval en dat is ook zeer aan te raden. Samen hutten bouwen is ook iets waar je gemakkelijk conflicten kunt vermijden.
            Vroeger was alles…? Wat? Nee hoor, vroeger was het gewoon lékker ánders, okee? Een beetje verliefd door de velden rondlopen en sprookjes verzinnen over prinsen en ridders, wie wil dat nou niet? Alles komt ook altijd goed: kun je nagaan! Het is in mijn herinneringen ook altijd mooi weer. Ik kreeg de mooiste knikker en alles kwam altijd goed. 

Het gras was groener dan jouw ogen,
De zon zakte langzaam en leek te zeggen
Dat het goed was zo, het kon zelfs niet beter.
Die twee mensen op een veldje
Een ietwat sullige glimlach
Anderen zouden het gelukzalig noemen
(Dat kan ik nu pas.)



Friday, 6 April 2012

Rietveldopdracht #1

opdracht: schrijf een dagboek van zeven dagen en geef aan elke dag een visuele interpretatie!

Okee!

Comatoos
Fragment 1
Ik blijf het moeilijk vinden, de stilte te vinden om te kunnen praten. Of de rust, mijn hoofd moet zich volledig stil houden en concentreren om niet aan de drugs te denken. Anders val ik weg en nu kan dat niet, want nu schrijf ik. Albeit zonder pen. Dat is een anglicisme, kon ik maar lachen. Léonie zou dan boos worden.Er is al lang niet iemand of niemand geweest, denk ik. Een paar wakkere momenten geleden was mijn moeder hier of in ieder geval op zijn minst een vrouw. Soms staat het geruis en geblaas van de machines die me in leven houden zo hard dat ik niet hoor dat er in het zachtst iemand tegen me praat. Waarom ik wel weet dat er mensen zijn die met me praten: ik weet het echt wel, het is gemakkelijk te voelen. Ik weet het wel, maar jij, jij ding, mijn hoofd, mijn schrift waarin ik schrijf: jij weet dat niet. Jij kan niet voelen, ik nog wel, nu nog wel, voor hoe lang tot wanneer, voordat ik val, voor het slapen gaan wordt alles altijd net iets anders. Nu.

Fragment 2

Hoe vreemd, muziek in mijn oor; hoofd? Zo hard het doet, pijn is het niet. Pijn is het nooit, was het maar pijn, dan kon ik dat zien. Een razend bonken en het doet me denken aan een steen en een trompet en treinen die langsrijden. Was ik maar thuis op een heuvel, met eten in een toestand van feest. Schreeuwend praten, want de mensen op het station kunnen moeten mogen ons niet zien, maar horen. Amper is het weg of ik wil meer. Geef me meer herinnering Geluid, jij. Geef me meer genoegzaamheid! Ik spreek het aan, tot wat spreek ik?
Verwacht eerst een tijd niets en dan minder, steeds minder stilte totdat ik weer wegzak. Ik wil juist niet, vandaag, vooral nu niet dat ik wegzak. Het was fijn en nu is het weg, maar wie bedank ik, bedenk ik. Want wie is er anders dan ik, kan iemand oordelen, alsjeblieft? Ik begin bij het einde, maar verlies steeds de draad.


Fragment 3

Net: voordat ik dit ben, heb ik iets gezien. Alles was rood en bloedkleurig maar werd roze. Wat; wie was het. Was het iets of was ik het? Iets met licht en veranderen, de anderen die zien met hun ogen en niet met hun handen, ja. Het moet iemand zijn geweest. Die mij zocht en vond en daarom mijn hand moest aanraken. Misschien praatte ze, ik hoop zeker op een ze, een mooie ze met een mooie stem. En misschien vond ze mij wel, omdat ze ook naar me zocht en dan lachte ze naar de dingen en de machines die soms mij en mijn lichaam laten ademen.Nee, nee, de machines zijn mijn lichaam en ik voel hen niet, maar zij voelen mij aan en doen dan de dingen die ik niet meer kan. Misschien is zij wel wat ik was, een nieuwe machine die iets gaat doen wat ik vergeten ben te kunnen, ontleert omdat mijn lichaam te zwaar weegt en het verenbed verplettert.
Kapotmaakt: zij is geen vrouw, zij is de machine, zij is iemand die mij kapot maakt, nu het nog kan wil zij mij dood hebben. Straks ben ik vergeten en kan ik nooit meer levend of dood zijn, de sekreet, wat een teef, zodirect komt ze terug en zet ze zich aan! De machine die zij is, daar kan mijn lichaam niet meer tegen.

Fragment 4
Ik kan ook grapjes maken. Ik kan niet lachen, want ik ken ze al van ver tevoren, maar ik kan ze maken. Dat is toch heel wat. Is een grap niet leuker omdat hij al bestaat? Ik besta, denk ik. Al kan ik niet mijn tenen voelen, of weten of ze er nog zitten en of mijn nagels doorgroeien, zoals dat bij mensen die dat wel weten wel gebeurt. En afbijten kan ik mijn vingernagels ook niet, want vingernagels is geen woord en mijn vingers willen niet hoe ik het ook probeer niet naar mijn mond gaan. Als ik vandaag de enige ben, dan beslis ik toch de woorden en zinnen, waarmee ik zie? En als ik wil dat vingernagels toch een woord wordt, dan mag dat toch? Wie gaat me stoppen, buizen? Slangen? Zoveel vragen, als ik een tekst was en ik Spaans was dan kon ik veel vraagtekens zetten bij mijn zinnen. Dat is een grap. Ik ben vandaag in vorm.


Fragme
nt 5
Ostia, monding van de Tiber, 32 v.Chr.. Het is nu zeker zeventien dagen sinds ze mij gevangen hebben, de meeuwen en de andere vogels zijn mijn enige bron van afleiding. Kon ik maar weg en naar het vaste land vertrekken. En dan iets met een boot en dromen over water. Vroeger wist ik het uit mijn hoofd, maar boeken en verhalen werken nu vervreemdend en meestal tijdelijk, dan weet ik ze te noemen en op te zeggen, dan alleen een omslag of kaft en daarna niets. Ik vraag me af hoeveel ik van mezelf nog weet en of ik alles nog wel weet als ik hier uit kom, áls ik hier ooit uit kom. Ik herinner me steeds meer, maar hoeveel is echt en wat is voldoende om te weten of ik het later ook echt zelf weer ben? 1789, de Franse revolutie. Ergens in mei geloof ik. Totdat ik wakker word weet ik niks en zie ik niets behalve zwart, veel zwart maar steeds meer kleur en dat voelt goed.

Fragment 6
Ik was vandaag voor het eerst weer bij bewustzijn, heeft iemand mij verteld toen ze dachten dat ik niet luisterde; dat doen ze veel, de mensen. Ik kneep toen iemand mij kneep. En dan klappen en juichen ze. Ik kneep toen iemand mij kneep? Totdat ik met een stok de machines die mij dood houden tot gort kan slaan ben ik niet onder de mensen, die braaf meeklappen bij zoiets stoms als een beetje wederzijds knijpen. Ik voel me wel beter, al wil ik ze graag boos maken door nog wat langer dood te blijven. Dat de piepjes stoppen en de mensen zich om mij heen drommen om te zeggen dat het erg is. Ze zijn er niet veel geweest, hoorde ik snikkend zeggen en dat het iemands schuld was moest ook nog blijken, al vonden ze zelf toch al van wel. Ik ruik ook allerlei dingen en moet weer wennen aan mijn oogleden. Ze zitten in de weg. Zuster? Scalpel! Snij maar weg. Zuster! Snij me los! Ik ga ervandoor, want het kan. Haal me weg! Zuster? 2cc temazepam. Pijn. Pijn in mijn nek? Pijn in mijn nek! Ik voel pijn! Ik voel


Fragment 7

Op een ochtend was het klaar. De machines bedankten en piepten harder dan ooit, ik deed mijn kunstje en kneep met mijn handen en lachte naar mensen. Ze lachten terug en er waren veel gezichten die ik lang niet gezien had. Ook niet daar, gek is dat. Daar staar je je er dood op, de dingen die je kent, maar ze blijken in het echt toch net even anders te zijn en veel talrijker ook. Ik was blij dat ik eruit was, dat was zeker, alleen niemand kon het zien of horen, maar moest het net zoals ik maar voelen.En voelen deden ze, er werd geschreeuwd en gejoeld en omhelsd en dat ging maar door, een soort circus, waarvan ik met mijn bed in het midden stond. De stalmeester sprak iedereen charismatisch toe en ook hij lachte breed met zijn tanden, een teken van overwicht en iedereen moest weg. Het was al laat en ik was moe en had er zo langzamerhand wel genoeg van, zei hij.




Saturday, 24 March 2012

bars - stern, grim, rough.


Soms vraag ik me af waarvoor we met z'n allen zo boos zijn. Het klinkt gek en hippieësk om dit überhaupt op te schrijven, maar kijk het nou! Als de zon schijnt en er vogeltjes fluiten dan ís het ook gewoon leuk om hier te zijn en in de winter, tja de winter, dan is het vervelend en koud en de mensen zijn stom en dan drink ik teveel. Misschien is misere wel nodig om dingen leuk te vinden, zonder het één het ander niet en alles. In de zomer zijn de avonden langer en als ik van zo'n lange avond het allerlangst genoten heb en dan met een beginnende kater naar huis fiets dan vind ik de vogels ook irritant, maar daar denken we niet aan als alles goed is. Als alles goed is, is alles goed, zo simpel is het soms.

baret - baret, cap


“De ander, dat wil zeggen: Parijs, het echte leven,

De mensen in reclames, de nachten en de hel.” (E. N. Perquin, uit: Jij bent de verkeerde)

Het echte leven, of: het échte leven, is niet hier, misschien ook niet daar, maar zodra je niet dáár bent, weet je dat nooit zeker en blijft het dus het proberen waard. Ochtendgloren, vers stokbrood en meisjes met baretten op; zolang je erin gelooft, blijft het misschien wel echt. Een kwestie van het gras niet maaien om te kijken of het niet net zo groen wordt als dat aan de overkant zit er vaak niet in. Het gras wordt kort gehouden todat men eindelijk de sprong waagt en dan valt het vrijwel altijd tegen. Maar die ene keer dan? Was het toen niet leuk, is het toen niet goed gegaan? Altijd zon en mooie meisjes. Wat wil een mens nog meer vraag ik me af nu ik toch weer hier ben en naar mijn net-niet-zo-groene gras kijk.

barmhartig - charitable


Ik beloof het tegen niemand te zeggen, echt waar, nee zeg maar; ik vind het fijn om dit aan te horen. Vertel me alles maar, had ik geen therapeut moeten worden, of dan toch zeker psychologie moeten studeren?

Ik heb het altijd al gehad, mensen die denken dat ze mij dingen kunnen vertellen en ik slik het allemaal als zompige herkauwde koek die van cliché's aan elkaar hangt. Nee, maar dat is echt heel groot en wat een geheim, wil ik het dan wel weten, zal het mijn beeld van het leven niet schaden? Schaden doet het nooit, maar interessant is het wel, het zijn de nieuwe inzichten die grote geheimen vertellen over een persoon, het zijn de dingen die ik leer over mij: hoe zo zit ik hier vier uur naar te luisteren, vind ik dit echt okee? Is er echt niets mis met mij?

Ik geloof niet in barmhartigheid, alles wat ik doe, wat ik heb gedaan of wil daar zit iets achter. Als ik eet dan heb ik honger, als ik iemand help dan word ik daar zelf beter van. Maar hoe en wat ik hier uit haal dat is voor mij nog vaag.

Tuesday, 20 March 2012

Baren - to bear


Ik reis met mijn camera,
het stervend zonlicht achterna,
en op mijn fiets,
en aan het water,
en dan denk ik vaak aan later
wordt het toch nooit meer zo mooi als dit
en als het zonlicht even meezit
vergeet ik nu misschien wel nooit

barbier - barber


Soms moet een mens naar de kapper, heeft de wereld bedacht. De mens doet dat braaf, zeg hé, regels zijn regels, maar waarom eigenlijk? Neem nu de laatste keer dat ik ging. Er was niemand anders in de zaak – pardon, salon – toen ik binnenkwam. Ik moest mijn jas ophangen aan een art-deco-achtige kapstok met avant-gardistische trekjes – vreemd krullend metaal met minimalistische, niet-functionele spiegeltjes erop. Er kwam een verveeld uitziend meisje met piekhaar in twee verschillende kleuren naar me toe.

Bij het wassen begon het: “Wat is jouw haar droog, zeg”. Ik mompelde iets en zakte verder in de stoel. Ik deed alsof ik doof was vanwege het schuim in mijn oor. Alleen zat er helemaal geen schuim in mijn oor, dus toen het meisje de vraag herhaalde antwoordde ik: “Mja.” vroeg me af of ik een aardiger antwoord had kunnen geven: “Ja! Goed dat je het zegt! Dat is me nou nooit opgevallen!”

Toen kwam het knipgedeelte. Ik keek naar mijn bleke gezicht dat nogal chagrijnig weerkaatst werd in een spiegel. Met nat, achterovergekamd haar bleek ik opeens verdomd grote wallen te hebben. Was me ook nooit opgevallen. “Mmmmmm,” zei het meisje, en ik weet niet waarom, maar het klonk behoorlijk onheilspellend. “Je lijkt me niet echt iemand voor asymmetrische kapsels, hè?” Angstig keek ik naar haar semi-blonde, semi-rode piekhaar. “Nja. Mmm.” “Ik denk dat je kapsel er dan met jou vandoor gaat, dus laten we dat maar niet doen. Trouwens, gebruik jij shampoo uit de súpermarkt?” Bij het laatste woord schoten haar wenkbrauwen omhoog. “Eh. Eh, ja,” piepte ik. “Dat moet je dus nóóit meer doen,” zei ze grimmig, terwijl ze de schaar in mijn haar plantte. Een klein uur later vertrok ik zonder in de spiegel te kijken naar mijn lievelingscafé. Drank had tenminste geen ogen.

barak - hospital



Soms heeft een mens afzondering nodig. Het idee van eenzaamheid is alleen niet erg populair tegenwoordig. (“Dankzij facebook ben je verbonden met alles en iedereen in je leven” – dat is toch gewoon eng? Het werkt wel; ik weet nu ook dat middelbareschoolvriend T. een wandeling over de hei in Hilversum heeft gemaakt, wat hem tien punten in mijn achting doet kelderen dus DAT WILDE IK HELEMAAL NIET WETEN!) Maar soms, heel soms, kan het toch, of doe ik het gewoon: kijken naar de wereld vanuit mijn hok, veilig, een beetje verbaasd omdat alles ook gewoon doorgaat als ik niet meedoe.

Syrië. Misschien komt er wel een burgeroorlog, dus laten we maar wachten tot ze elkaar daar hebben uitgemoord. Zijlstra zegt weer iets doms over alfastudies. Er is nu ook een meldpunt voor (ja, vóór, dus niet óver, pas op!) Oost-Europeanen. Rutte valt Wilders niet af (hè, nu verlies ik mijn weddenschap!). Ziekenhuizen gaan met aandelen werken. Straks wordt het nog veiliger om je in een legerbarak te laten behandelen, het moet wel een béétje non-profit blijven. En wist je dat de familie Al-Assad ook van Harry Potter en handgemaakte Engelse meubels hielden? Raar toch? Of is dat eigenlijk heel gewoon?

Nee, ik snap er soms echt niets van. Ik blijf nog even zitten. Brak in mijn barak.

Saturday, 17 March 2012

Bar - severe


Bar -

Hard moet het zijn maar de zon-zakt-zacht-niet-in-zee-maar-lucht.

De dag gaat traag en ik wacht op regen, sneeuw desnoods.

De zon-zakt-zacht-steeds-zachter-langzaam.

(HALLO? BAR MOET HET ZIJN, KOUD EN NAAR!)

Zon-zakt-zacht, nodigt me uit op het terras, gaat weg, het is

nu toch al te laat om nog iets te doen.

Wednesday, 14 March 2012

Bankvereniging - banking company

Bij groepjes horen is leuk. Je kunt op breien, voetbal of, als je slimmer wilt worden, in een leesgroep. Mensen willen nu eenmaal ergens bijhoren, is het idee.

Beter nog dan bij een groepje nog, is een familie, zo schijnt. Tenminste? Laatst was ik in de Ikea. Een gigantisch blauw-en-geel gebouw ergens op een naar industrieterrein aan een nog naardere snelweg. Maar binnen is het gezellig, is het idee: je kunt je er misselijk eten aan Zweedse gehaktballen (van alles wat je kunt exporteren, dat dus ja), een appelpunt kost er maar vijfenzeventig cent en het complex in haar geheel is volgebouwd met voorbeelden van hoe je je kamer kunt, mag of zult inrichten. Sámen: want er is Ikea-Family. Een helemaal supergratis pasje voor ruilen en toegang tot woonseminars (voor je bloedbanden). En wanneer je dan samen met je aangetrouwde bloedband in een volledig voor je ingerichte achttien vierkante-meter kamer woont en op zoek gaat naar nog leukere en gezelligere bloempotten, kunnen je andere bloedjes zich vermaken in het kinderparadijs. De inspiratie schreeuwt je van alle kanten tegemoet. Romantische bloemenkamer (voor haar), stoer multifunctioneel kantoor annex sigarenlounge voor hem. Ook de kids kunnen terwijl je je nieuwe droomstulp bij elkaar scharrelt, goed terecht: the ballenbak never sleeps, gelukkig.

Tuesday, 13 March 2012

Bankroet - bankruptcy


Het leven een droom? Er bestaat in Nederland iemand, een hele enge man is het, die een tijdje geleden met nog engere posters op bushokjes hing. “Dit is JOUW jaar!” schreeuwde de ruit opeens, in plaats van braafjes een multiculturele Knorr-wereldmaaltijd inclusief marinadesaus aan te prijzen. Performatieve taaluitspraken schijnen mensen aan te spreken, inderdaad. Maar hoezo, MIJN jaar? Is ieder jaar niet mijn jaar, zolang ik nog ademend en wel over de aarde rondloop?

Nee, MIJN of JOUW of ZIJN jaar is volgens deze goeroe, Ben Tiggelaar heet hij, iets heel ingewikkelds – en toch verrassend simpel! Zou hij zich stiekem toch een beetje hebben laten inspireren door het concept Knorr? JOUW jaar, dat betekent, dromen, durven doen. JOUW jaar, dat betekent: efficiënt leven en werken. (Voor wie dit niet gelooft: kijk maar op de site, www.tiggelaar.nl. Voor wie het dan nóg niet gelooft, bestaat er de mogelijkheid om vanaf een kleine €4500 Ben zelf te laten uitleggen wat dat precies inhoudt, effectief jezelf zijn. (SUPER LEUK!)

Ontplooiing, zelfrealisatie, verandering, positief denken; ooit waren die woorden vast goed bedoeld. Maar toen kon men er nog niet zoveel geld mee verdienen. Wanneer je geluk moet kopen, ben je misschien al richting failliet.

Monday, 12 March 2012

Banket - banquet, feast



Wie wil er tegenwoordig nog zichzelf zijn? Zelfselectie, da’s pas hip. Na creating tomorrow kon creating yourself natuurlijk niet achterblijven. Jezelf creëren is tegenwoordig makkelijker dan ooit; voor je het week heb je een andere oog-, haar- en huidskleur. De zelfhulpboekenmarkt floreert: alles kan en alles kan nu. Of nee: alles kan en alles moet nu. Niks na regen komt zonneschijn, maar altijd zonneschijn. Wanneer je niet gelukkig bent is er gewoon iets zó fout met je endorfinepeil. Ga sporten, ga aan zenboeddhisme doen. Nee? Dan ben je gewoon lui en is het je eigen schuld.



Het leven als een koud buffet: pakken wat je pakken kunt. Als je te laat komt ligt het aan jou. Iedereen heeft immers de kans om mee te doen aan het banket en aan te liggen, nietwaar? Zelfontplooiing is voor een euro of vijftien verkrijgbaar bij de betere boekhandel. Dus, niet zeuren: prik gewoon een vorkje mee.



Interessant hieraan is, dat “echt jezelf zijn” bijna automatisch de leukste zelf zijn schijnt te betekenen. Ik ken ook een paar authentieke nare lui. Die vallen dus behoorlijk buiten de boot, al is hun echtheidsgehalte een fractie hoger dan dat van de gemiddelde glimlachende, sympathieke en authentieke mens. Als het lelijk is, nou, dan zal het wel niet bestaan.

Sunday, 11 March 2012

bang - afraid of, anxious


In de periode tussen net niet slapen en snurken in,
tussen gapen en gillen in,
tussen de gaten en de pillen in,
denk ik meestal na.
En diep over over dingen ook.

Totdat ik opeens gestoord word,
door een volstrekt waanzinnig,
maar voor mij dan reeel gevoel.

Ik slaap dan bijna, kijk nog een keer mijn kamer in.
Het zachte schijnsel uit het raam maakt alles vreemd en anders.
Doe mijn ogen dicht en vrijwel meteen als in een flits:
voel ik wat op mijn been.
Het licht gaat aan, ik kijk angstig om me heen.
Deze kamer was SPINVRIJ!
Vanmiddag nog, althans.

Ik ijl. Dat moet, ik doe weer alsof ik niets zie en pers mijn ogen stijf dicht,
zelfs zo hard dat het pijn doet.
Rustig, immers: spoken bestaan niet, toch?
Anders, waar komen ze vandaag? En als ze al bestaan, waar gaan ze dan naartoe?
Blijven ze dan hier?Hun lijven verlaten, de straten op, de lanen in?
Heh, afgeleid: iets anders stoms om aan te denken,
nu hoef ik geen aandacht meer te schenken aan...

En hoe zit dat dan met dieren dan?
Honden gaan naar de hemel is het enige dat ik zeker weet.
Maar alle kippen, varkens, koeien en alle shoarma die ik eet?

Honderden dode duiven op de dam boos op de toeristen die ze met liefde overvoedde.
En slachterijen, waar rijen dode dieren hun laatste levenslijden bloedden.
En mieren, ook dieren. Spokenmieren, overal.
Alle insecten overigens,
en laten we de geleedpotigen niet vergeten.
dat moeten er inmiddels ook miljoenen ...

Lopen er nu werkelijk honderduizend dode spokenspinnen om mij heen?
Met hun verteerde lichamen, klauterend
en buigend als scharnieren gaan hun botterige benen op en neer.
Zicht vastgrijpend en bijtend en twistend om de beste plaats het dichts bij mij.
en
En...
En...
En zo gaat het verder.
Mijn fobie dan bevechtend,
vaak al verslechterd door de aandacht die ik erop vestig.
Zo vind je mij 's nachts voordat ik droom.
Lieve woordjes fluisterend tegen mijn onbewuste,
ik kan enkel slapen als ik moe toegeef aan het waanbeeld dat ik suste.

banier - banner


Ik hoorde gisteren een gedicht over clichés. Het ging over een pen die schreeuwde, maar die stevig werd vastgehouden, in de houdgreep zelfs. Ik geloof niet dat het hielp; het hele gedicht door lang bleef maar gaan over het gekerm van die arm pen. Laat dat ding toch los, zei ik in gedachten, wat misschien wat onbeleefd was.

Het blijft een mysterie: wie kan er schrijven en wie niet? En wat houdt dat schrijven dan wel niet in? De kunst van het ontduiken van clichés? Wanneer ik één roman uit de Bouquetreeks heb gelezen, ken ik ze feitelijk allemaal, wanneer ik de namen een beetje aanpas. Daarom vind ik de Bouquetreeks aan elkaar hangen van clichés. Maar helaas is de rest van de wereld niet zo makkelijk te categoriseren als deze supermarktketenboekjes. Alle woorden die ik gebruik zijn clichés, anders begreep niemand ze. Een bepaald soort banaliteit is onvermijdelijk; zelfs of vooral in extreme situaties (“Ik haat je”, “Ik houd van je”). Maar een schreeuwende pen? Een lege put vol inspiratie? Ik worstel nog wel even verder met mijn toetsenbord. Wanneer de pen enkel clichés te melden heeft, wurg hem dan alsjeblieft niet maar laat hem vrolijk pen-zijn.

Bandiet - bandit, brigand


Een Duitse bibliomaan heeft de afgelopen tien jaar een gestolen kapitaal aan 24 duizend boeken bij elkaar gesprokkeld, zo meldt de Volkskrant van vandaag (07-03-12). Biblio-maan: het is weer eens wat anders. De man was vooral geïnteresseerd in achttiende-eeuws boeken over mineralogie, geologie en natuurwetenschap, stelt het artikel verder, om verbaasd te eindigen met de vraag wat de man in kwestie toch met al die boeken moest: "Verkopen deed hij ze niet. Lezen kon hij ze ook niet allemaal, daarvoor zijn het er te veel. Wel had de man, die gepromoveerd is, een aantoonbare wetenschappelijke interesse, weet Die Welt". Werkelijk waar. Zouden we te maken hebben met een boek-fetisjist? Wanneer een bankmanager een gore bonus opstrijkt (want we weten toch allemaal dat de wérkelijke dieven van deze tijd de bankiers en beleggers zijn, lieve mensen), vraagt niemand zich verbaasd af: "Bankier X heeft al drie villa's met zwembad in zijn bezit en bij allen staat een Porsche voor de deur. Het motief voor het opstrijken van deze extra drie miljoen is tot vooralsnog onduidelijk".
Men steelt omdat hij iets wil hebben wat hij niet heeft, of omdat hij dénkt dat hij het graag wil hebben. Soms steelt een mens uit noodzaak (al is noodzaak misschien een vrij relatief begrip. In de Telegraaf staan ingezonden brieven van lieden die belasting ook diefstal vinden.) Nee dan, achttiende-eeuwse manuscripten die bovendien onleesbaar zijn. Deze vindt men weer wat moeilijker te plaatsen. Het schijnt dat de Duitse doctor in alle boeken zijn eigen naam heeft geschreven. Ik denk dat ik de oplossing weet: we hebben hier te maken met een post-traumatische en ironische omkering van de graaicultuur. De man in kwestie wil ons weer de waarde van échte dingen laten zien. Het papieren boek versus een ordinaire som geld. Zo zie je maar weer: niet alles van waarde is weerloos.

Tuesday, 6 March 2012

Bandepech - tyre trouble



Kunnen boten zielig zijn? Ik vind van wel. Net als fietsen, die vergeten en verminkt ergens aan een gracht hangen, met een slag in het wiel en verroest ijzer, voor eeuwig verdoemd en vergeten. Iets vergeten is een vicieuze cirkel: de fiets wordt steeds onbruikbaarder, lelijker en gehavender, waardoor uiteindelijk alleen de AFAC er nog oog voor heeft en hem ontvoerd naar ergens ver buiten de stad, als er een of andere maharadja op bezoek komt en er fietsenrazzia's worden gehouden. Tja. De wereld is wreed.

Met boten is het geloof ik net zo. Wat bezielt iemand om geld en tijd in zo’n ding te steken en het vervolgens volledig aan zijn lot over te laten? Nee, een boot heeft dan vast geen gevoelens, maar toch (Ik spreek hier de animisten tegen, maar laten zij dan toch minstens respect hebben voor de ziel van deze ongezouten mening).
Terwijl… het had zo mooi kunnen zijn… Varend over de Amstel in de zomer met een picknickmand en witte wijn, dat werk. Vrijheid en het echte leven! Tot aan het einde van de wereld of in ieder geval de rivier. Dat is toch het ideaal voor een boot aan een gracht, tenzij hij aan een roeivereniging behoort. Maar nee. Er is geen zomer en geen picknickmand. Enkel een wrak en water. Gelukkig heb er ik op deze na nog geen gezien vandaag en dat de dag reeds om is scheelt ook een hoop.

Monday, 5 March 2012

band - string


Nu ik toch begonnen ben aan een pleidooi voor banaliteit; in plaats van begrip leidt dat soms tot iets anders, iets mooiers: een band. Jij begrijpt mij en ik begrijp jou, of we doen in ieder geval alsof. In de literatuurtheorie bestaat een begrip en dat heet: “the willing suspension of disbelief”. Dat houdt in dat de lezer zich ondanks alle kennis die hij heeft van de echte wereld, zich even laat meevoeren door de gebeurtenissen in plaats van te denken: “Het is maar een verhaaltje”. Om dezelfde reden huilen sommige mensen films. Een leuke test is je af te vragen wanneer je dit nu juist “in het echt” doet; er zijn waarschijnlijk veel meer dingen waar én onwaar dan wat wij ervan maken. Iemand liegt; soms laat ik hem liegen, omdat ik geen zin heb in gezeur, omdat ik soms zelf lief, een andere keer omdat ik graag genoegen neem met de leugen. Willing suspension of disbelief: willing belief aan de andere kant. Van dit verre zijpad terug naar de band: ik begrijp jou en jij begrijpt mij en we denken dat dat waar is. De fotograaf vertelde mij vanmiddag dat hij zich opeens tot in het ontroerende solidair voelde met de stakende schoonmakers en de VU. “Dat is toch ráár!” Maar nee: het is hoogstens banaal. Godzijdank bestaat het cliché dat we de wereld écht nú kunnen verbeteren dus nog. Totdat het eens echt zo zal zijn, misschien. Banaliteit schept banden. En banden scheppen…?

banaal - trite


Weet een leguaan wat banaliteit is? Ik geloof het niet. ik weet niet eens of ik zeker weet wat het precies is. Het vastgeroeste banale beeld van banaliteit: woensdag gehaktdag en met korting naar de Spaanse Costa del Sol. Liefdesverdriet met chocola en whisky. Dat werk. De andere zijde van banaliteit: herkenning. Volledige authenticiteit (ten overstaande van de modevariant 'Lekker jezelf zijn') en originaliteit moet meestal betaald worden met hoongelach en verbaasd of afkeurend gefrons. Men kiest liever voor de norm, de banale gesprekken die je voeren kan bij de kassa en oh het is echt heel erg heb je het gehoord van Henk, god wat erg he en wat nu met die kleine Alexia, oh ja, erg zeg. Nee, dan de leguanen. En krokodil Stompje mag er ook wezen. Goed, banaliteiten zijn niet altijd erg, Ilona van tien weet te vertellen dat het daar geweldig is, in Iguana, hét reptielenhuis in Vlissingen waar ze tevens een vlindertuin, spinnen en slakken hebben. -en een man en die heet Piet en die vertelt allemaal dingen en-
ja ja, Super, nee echt, Ilona, nu weer terug, hop! Dus, Banaliteit heeft ook goede kanten, er zit een begrijpen in. Het oplepelen van cliché's zorgt ervoor dat je de dingen gemakkelijk met elkaar kan delen zonder ze in je hoofd weg te laten kwijnen, totdat je eronder door gaat en gaat lopen te zitten haten op iets aandoenlijks als een opvanghuis voor ongewilde leguanen in Zeeland.

Ban - excommunication

Ban, wat moet eens mens nu met een ban? Wanneer we het woord serieus nemen, inderdaad niets. Je kunt iets “in de ban doen” (de afgelopen tien jaar niet meer gehoord), of “in de ban zijn van iets”, wat goedbeschouwd ook weinig van je autonomie heel laat. Maar aangezien ik niet het woord kies, maar het woord mij, kan ik niet anders dan mee te gaan in de – ban. Hoewel er vandaag sprake is van een echte ban, gezien de fotograaf in ballingschap in zijn huis verkeert (had je niet op een andere dag met een ander woord ziek kunnen worden, J.?). Misschien kunnen we dus spreken van een banvloek, voor degenen onder ons die weten wat dat betekent. (Dat betekent dus dat je het nú moet opzoeken.) Al is een banvloek wel erg overdreven om de problematiek woord-beeld te omschrijven. Het voelt alleen nogal eenzaam. Dus J., verrijs snel uit uw excommunicatie en grijp die camera!

Wednesday, 29 February 2012

Balsem - balm


Paracetamol, Finimal, Feminax, Ibuprofen, Nurofen. Wie kent ze niet? Onze redders in nood, onze makkers in de strijd. Voor ons hoofd, onze buik, onze rug. Met of zonder roze suikerlaagje. Nooit in de aanbieding maar ook nooit duur.

Ik vraag me soms af waar ik zou zijn zonder mijn chemische vrienden. Ik zou lang niet zoveel tentamens hebben gehaald, vrees ik. En wat te denken van de troostende gedachte dat je op een dramatische dag dan gewoon het hele pakje Ibu, zoals de roze vriend door de kenners liefkozend wordt genoemd, achterover kan slaan? Met je mobiel binnen handbereik natuurlijk, om op het laatste moment romantisch te kunnen worden gered. Niet dat ik het ooit heb uitgeprobeerd, maar zo zie ik dat dan voor me, met dank aan alle slechte soaps en films.

Zodra het hoofd begint te kraken, neem ik een van deze snoepjes, merk ik. Ik zou aan een heel pakje waarschijnlijk niet eens meer doodgaan, zelfs al wilde ik het. Is het tijd voor consuminderen? Maar waarom? Al dat gevoel in al die organen die ik ook niet zelf heb uitgekozen, wat moet ik daarmee? Dat is immers wat een goede pijnstiller doet: gevoel waar je zelf niet om hebt gevraagd, te verwijderen of te reduceren tot een ruis op de achtergrond.

Kon dat maar met alles. Wat zou dat heerlijk zijn. Consuminderen, maar dan met gevoelens. Of zou ik dan als klacht krijgen dat dit niet authentiek is? Ach: hoe authentiek is een gevoelentje als liefdesverdriet als elke B-actrice het ook heeft? En wat is dat toch, die hype rondom gevoelens? Zouden we niet wat beter af zijn als ieder zijn rationele, o zo quasiauthentieke en dus toch eigenlijk meer neppe, gevoelloze hersentjes eens wat meer gebruikte? Komt er een interessante mededeling wanneer iemand zijn zin begint met “Ik voel me...”? Ik kan het mij niet herinneren. En totdat het tegendeel bewezen is, ben ik dankbaar voor alle Ibuprofen op deze wereld, voor als balsem voor de ziel.

Tuesday, 28 February 2012

Balling - exile


Kaj is zielig want Kaj is klein en hij heeft een nare ziekte. Dat is niet eerlijk. Dat is naar. Hij kan behandeld worden: in de VS. Dat kost veel geld. We moeten geld inzamelen voor Kaj!

Tot zover de boodschap. Ja; Kaj is zielig en het is niet eerlijk dat hij een neuroblastoom heeft en degene die dit leest en/of schrijft niet. Maar –

Kans voor Kaj. Eigenlijk, zo redeneert mijn hoofd verder, verdient niet alleen Kaj een kans, ook de naamloze en posterloze vijfentwintig andere kleintjes die onterecht een neuroblastoom toebedeeld hebben gekregen. Maar –

En Oxfam Novib dan? Daar wordt ook geadverteerd met zielige Sofies en Myra’s die niet naar school kunnen en mijn geld nodig hebben. Het punt is: er is niet één Sofie die niet naar school kan, net zomin als er één Kaj is die geld nodig heeft voor de behandeling van een dodelijke ziekte. Er zijn nog veel meer Kajs en Sofies van wie wij de naam niet weten. Er zijn nog veel meer Kajs en Sofies met nare ziektes, zonder geld.

Eén voor allen, allen voor één? Is dat dan hoe het werkt? Blijkbaar hebben wij zielige foto’s en gezichten nodig om dingen zielig te vinden. Blijkbaar hebben wij namen nodig om te kunnen bedenken dat iets erg is. Blijkbaar kunnen wij alleen medelijden hebben met een uitzondering, terwijl uitzonderingen misschien niet eens bestaan.

Saturday, 18 February 2012

11

April schoof heen en weer op de barkruk. Er waren nog steeds maar twee mensen in de bar. Het licht leek paarser dan eerst. Ze keek nog eens op haar mobiel. Niks. Een slok bier. Haar telefoon, nog een keer. Weer niks. Moest ze iets zeggen? Het scherm van haar telefoon was geruststellender. Ben leek zich nergens iets van aan te trekken. Af en toe keek hij naar de deur, alsof hij ergens op wachtte. April hield haar glas afwisselend in de ene en in de andere hand. Het wit van haar T-shirt werd vreemd weerkaatst door het paarse licht. Eigenlijk was het ook best een lelijk shirt, dacht April. Had ze niet een beter kunnen uitkiezen toen ze wegging? Nou? Moet ik nu nog een keer op mijn mobiel kijken?

Ben bestelde nog een biertje. April begon het warm te krijgen. Ze nam snel nog een slok. Haar T-shirt was echt meer dan lelijk, vond ze opeens. Ze keek naar Ben, die net zijn glas neerzette en een boer liet. “En?”

“En wat?”

“Hoe bevalt het je hier tot nu toe?”

April keek naar het paarse licht voor haar, de rare vlekken die op

eens op haar T-shirt verschenen en naar de mannen aan de bar. “Ja. Leuk hoor.”

“Ja? Ik kom hier wel vaker namelijk.”

“O. Leuk.”

“Ja. Ging jij eigenlijk uit in… hoe heet het… die Beemster van je?”

Een flits van De Oude Munt, Sjoerd en Mike die biljartten. “Soms. Maar dat was niet zo leuk.”

“Ging je vriend veel uit?”

Waarom moest hij nu weer naar Mike vragen? Het werd nu al moeilijk om Mikes gezicht precies voor de geest te halen. Ben zuchtte. April vroeg zich opnieuw af hoe oud hij was. Misschien… Ze keek weer even naar die wimpers en de lichte ogen. Waarom was ze nooit zo iemand in Middenbeemster tegengekomen? En waarom vond ze wimpers eigenlijk zo interessant? Was er niet ook nog iets anders?

“Hé? Waar ben je met je gedachten?” Bens vingers op haar arm. “Meisje toch.”

Meisje? Dat was nu niet echt hoe April zich haar nieuwe leven voorstelde. Er verscheen weer een flits voor haar ogen.