Tuesday, 7 February 2012

11

Ben besloot nu eindelijk iets functioneels te doen met zijn aansteker en stak een sigaret op. Inderdaad Marlboro. Ze kon zeggen wat ze wilde, maar April vond de geur van teer, nicotine en andere onbekende stoffen op dat moment oneindig veel lekkerder dan alle sigarettenrook die ze ooit geroken had.

“Goed. We gaan pizza eten. En jij gaat maar eens vertellen waarom je je zo verveelt daar. En waarom je denkt dat dat hier niet zo zal zijn. Jezus, je bent wel echt achttien. Negentien, sorry. Denk je dat ik me nooit verveel?” Ben nam een hijs van zijn sigaret en hoestte even. Ze liepen nu langs de coffeeshop met starende mannen.

“Jawel. Maar ik denk wel minder. Dat is ook al goed.”

“Maar wat wil je hier doen dan?”

“Pizza eten.”

“Ja, ha. En dan? Heb je een huis? Nee. Heb je geld? Vast ook niet.”

“Wil je me even niet vertellen wat ik moet doen? Ik wil nu pizza eten en dan… iets gaan doen ofzo?”

“Uit in de grote stad?” Een klein glimlachje. “Goed. Weet je waar we pizza gaan eten?”

“Nou?”

“In de hel. Die heet hier ook het Rembrandtplein. Je bent er nú!”

April keek rond. Dit was het plein waar ze een paar uur eerder ook was geweest. Een flikkerend scherm van een club, een pizzahut, een Ierse pub met hangende toeristen. Ze keek naar Ben. “Nee toch? Wat doe je nu?”

“Een toeristje rondleiden in Amsterdam. Wat voor pizza wil je?”

“Moet dit?”

“Jij mag ook kiezen, hoor.”

“Ja: haha. Want ik ken het hier zo goed, hè? Nou. Ja. Oké. Wat jij wil.”

No comments:

Post a Comment