“Hooischip” heette het hier. De barvrouw had paarse oogschaduw op en haar lange oranje haar opgestoken met, hm, het leken wel Chinese eetstokjes. Er zaten mannen shag te roken aan de bar. Twee toeristen met een kaart namen af en toe zenuwachtig een slok van respectievelijk hun appelsap en Spa rood. Toeristen, dacht April, waarom zijn hier dan ook overal toeristen? Wat is er te zien? Ze staarde uit het raam; tram 9 naar Diemen Sniep reed langs, sneeuw, een groot wit gebouw met posters voor “De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja”. Wat zou dat zijn? Het gebouw was niet mooi. Het was zelfs helemaal niet mooi. Waarom zou je –
“Dag meissie, wat wil je drinken?” De vrouw met het oranje haar. “Eh.” April voelde dat ze moest blozen. Zou zij ook denken dat ik een toerist ben? Hoe zie ik er eigenlijk uit? “Doe maar een cola,” zei ze. “Light of gewoon?” April fronste even. “Nee? Ik bedoel… ik bedoel gewoon.” De barvrouw lachte en haar oranje knot schudde mee. April zuchtte zacht en vouwde het tafelkleed tussen haar koude vingers. Het was in ieder geval warm hier.
Misschien moest ze een plan bedenken. Of zou het plan vanzelf komen? Zoals in films waarin mensen op het goede moment weten wat ze moeten doen. April dacht aan Mikes sms. Op het goede moment weten wat te doen? Ze fronste weer. Ze moest haar geld tellen, Mike smsen of haar telefoon weggooien, een slaaplek regelen voor vannacht. Bob’s Youth Hostel had nog plek, had de sprietige receptionist met het sluike vette haar die ochtend verteld. Maar wéér die zaal… de gedachte aan de bonkende bedden in de kamer naast haar en schreeuwende Italianen maakten dat tot een van de laatste opties. Al moest gezegd: het was behoorlijk goedkoop. Maar misschien –
“Je cola!” Er verscheen een glas voor haar neus. Er bruiste een beetje bruine vloeistof over de rand die meteen verdween in het tafeltapijtkleed. April glimlachte. Gelukkig was er cola, gelukkig was er dit café. De nacht zou pas over een aantal uur beginnen.
“Ha Ben, jij ook hier?” galmde de barvrouw. “Is dat soms jouw meissie, daar in de hoek?” April pakte haar glas met beide handen vast. “Zo’n knappe kerel, daar hoort natuurlijk wel een mooie dame bij!
No comments:
Post a Comment